Naar wat gaan we op zoek?
Verkennend archeologisch booronderzoek richt zich in eerste instantie op het opsporen van indicatoren van prehistorische activiteit. Dit zijn meestal vuur- of kwartsietstenen artefacten die ontstaan zijn door menselijke handelingen. Maar ook verharde organische overblijfselen zoals verkoolde hazelnootdoppen, verbrande botresten en houtskool kunnen een teken zijn van menselijke aanwezigheid.
Om deze arte- en ecofacten te vinden, bemonsteren we het opgeboorde sediment van de boorlocaties en nemen we het mee om het te zeven met water over een zeefmaaswijdte van 2 mm.
Op basis van de resultaten beslissen we of er geen verder onderzoek meer nodig is, of er een bijkomende waardering dient te gebeuren door waarderende boringen, proefputten in functie van steentijd of een vlakdekkende opgraving.
Hoe een onderzoek naar steentijdvindplaatsen van A tot Z plaatsvindt, wordt in onze blog uit de doeken gedaan.
Archeologische boringen, deel van steentijdonderzoek
Binnen het traject van een onderzoek naar steentijdvindplaatsen, nemen de archeologische boringen een belangrijke plaats in.
Als het landschappelijke onderzoek een gave bodem (zonder verstoringen, afgravingen, …) aantoont, volgt een verkennend archeologisch booronderzoek. Voor de verkennende fase gebruiken we doorgaans in een verspringend boorgrid van 10 op 12 m en met een boordiameter van minstens 10 cm. De aard, dikte en textuur van de bodemlagen en –horizonten worden per boorlocatie genoteerd.
Archeologie, en wat nu?
U heeft vragen over archeologie binnen uw project?
Contacteer ons voor een gesprek en we bekijken samen hoe we u een maximale service met minimale zorgen kunnen leveren.